Het Klimaat- en energieakkoord dat op 10 juli aan Nederland werd gepresenteerd kan zich op ruime en positieve belangstelling van de media verheugen, de kranten en actualiteitenrubrieken staan er vol mee. Hieruit zou je kunnen opmaken dat het door bijna het hele volk wordt gedragen. Maar is dat wel zo?

Het akkoord moet voor een energieneutraal en CO2-vrij Nederland zorgen zo luidt de opdracht, te beginnen met een vermindering van de CO2 uitstoot in 2030 met 49%. Dit schone, politiek correcte doel is inmiddels zo vanzelfsprekend dat het nadenken lijkt te zijn gestopt. Wetenschappelijke afwegingen ter onderbouwing zijn niet aan de orde. Het uitgangspunt staat niet ter discussie en het Energieakkoord van vijf jaar geleden is als vanzelfsprekend onverkort in het nieuwe akkoord opgenomen.

Voor de gesprekken werden alleen zij die het grote doel volledig onderschrijven uitgenodigd, zodat de deelnemers aan de vijf onderhandelingstafels voornamelijk uit de wereld van milieuorganisaties en industrie komen, aangevuld met instanties zoals de ANWB, vakbonden, Vereniging Eigen Huis van wie weinig fundamentele kennis verwacht mag worden. Evenals vijf jaar geleden bij het Energieakkoord waren andersdenkenden niet welkom, zoals het Burgerinitiatief dat eind 2017 door Kees Pieters werd opgezet. Andersdenkenden zijn negatieve mensen die de goede zaak kwaad doen zoals de heer Nijpels herhaaldelijk laat weten op de bijeenkomsten van de afgelopen weken die voor het draagvlak onder de bevolking zouden moeten zorgen.

Maar een akkoord is natuurlijk pas echt een akkoord als het ook wordt ondertekend door hen die het betalen, de burgers dus. Een nieuw Klimaat- en energieakkoord akkoord kan immers alleen effectief zijn als het kan rekenen op brede maatschappelijke acceptatie. Om deze reden is op het laatste moment nog vanuit de Tweede Kamer aan de SER gevraagd om uit te zoeken hoe men buiten de vijf tafels over de energietoekomst van ons land denkt. Op 14 mei speelde de SER deze vraag door via een opdracht aan drie onafhankelijke organisaties: het NPBO (Nederlands Platform Burgerparticipatie en Overheidsbeleid), het HIER Klimaatbureau en Buurkracht. Na maanden onderhandelen kamen er dus nog enkele weken beschikbaar om naar de burgers te luisteren. Een afgedwongen en bijkans onmogelijke opdracht, want begin juli moest het resultaat daar al zijn.

Er werden door deze organisaties vijf regionale bijeenkomsten belegd om te inventariseren welke zorgen, vragen, bedenkingen en wensen er bij burgers leven over het klimaat- en energiebeleid, en wat burgers en burgerorganisaties nodig hebben om zelf aan de slag te kunnen gaan. In kleine gespreksgroepen kwamen zowel klimaatsceptici aan het woord, als overtuigde voorstanders van het beleid.

Begin juli zijn de rapporten van de bijeenkomsten aan de onderhandelaars voorgelegd. Het blijkt dat veel burgers uitermate kritisch zijn. Men beschouwt de overheid als een onbetrouwbare bron van informatie en er waren heel wat mensen met harde en soms fundamentele kritiek op de aanpak van de overheid.

Op alle bijeenkomsten vond men het onaanvaardbaar dat iedere vorm van wetenschappelijke onderbouwing van het akkoord ontbreekt. Ook mensen die aan de slag willen staan niet alleen maar klakkeloos te trappelen om mee te mogen doen. Veel bewoners wantrouwen de overheid en willen zeggenschap. Zoals één van hen (een boerin uit Twente) zei: “Ik wil best meedoen, maar dan wil ik eerst meedenken“.

Eén ding kwam in bijna alle bijeenkomsten herhaaldelijk tot uiting: grote frustratie en boosheid over het optreden van de overheid bij het doordrukken van windenergie op land.

Aan het eind leggen de samenstellers van het rapport een aantal overwegingen voor. We halen twee hoofdpunten naar voren.
Steeds komt naar voren dat een grondige, natuurwetenschappelijke en technische systeemanalyse van alle denkbare opties onmisbaar is voor een integrale aanpak van de energietransitie.
Voorstel: geef een opdracht aan een onafhankelijk instituut of ad hoc samenwerkingsverband voor een brede wetenschappelijk systeemanalyse.
Daarnaast stoort het veel betrokken burgers zeer dat het opstellen van een Klimaatakkoord in handen is gelegd van een gezelschap dat gedomineerd wordt door het bedrijfsleven en activistische natuur- en milieuorganisaties. En dat burgers dus niet aan tafel zitten. Men ervaart het proces zoals het nu is georganiseerd als een miskenning van de positie van burgers, die vervolgens wel voor de kosten mogen opdraaien.
Voorstel: geef burgers een structurele plek in de uitwerking en implementatie van het Klimaat- en energieakkoord, regel nu al dat dit ook daadwerkelijk gaat gebeuren en geef daar heldere garanties voor af.

Onze duurzame energievoorziening heeft een betere aanpak nodig dan de ondemocratische en slecht onderbouwde campagne die nu in ons land wordt gevoerd.