De eis van omwonenden om de gemeente Noordoostpolder op te dragen het brongeluid van de turbines van Enercon door middel van metingen te controleren is door de Rechtbank Midden-Nederland afgewezen. De bestuursrechter is van mening dat subjectieve waarnemingen van omwonenden onvoldoende reden zijn om te twijfelen aan de fabrieksgegevens van het brongeluid en acht metingen niet nodig. De uitspraak houdt in dat omwonenden die last hebben van geluidoverlast zelf met metingen zullen moeten komen om kans te maken dat de geluidsregels gehandhaafd worden.

Sinds 1 januari 2011 wordt de het geluid van windturbines in een ingewikkelde nieuwe maat uitgedrukt: Lden. Dit is de gemiddelde geluidsbelasting over een jaar, waarbij de avond 5 decibel zwaarder meetelt en de nacht 10 decibel. Er geldt ook nog een aparte norm voor de nacht, Lnight, die extra bescherming lijkt te bieden, maar dat is niet waar. Alleen in Nederland gebruikt de overheid een dergelijke gemiddelde maat, die bovendien zo hoog is gekozen, 47 decibel, dat we de soepelste norm van West-Europa hanteren. Overal elders is de norm minstens tweemaal zo scherp.
Voor handhaving wordt niet meer bij woningen gemeten of aan de norm wordt voldaan, maar berekent men achteraf hoeveel brongeluid de turbines het afgelopen jaar hebben geproduceerd. Daartoe levert de exploitant een registratie van zijn elektriciteitsproductie, en geeft de fabrikant op hoeveel brongeluid de turbines daarbij zouden hebben gemaakt. Uit het berekende brongeluid wordt dan weer het geluid op de woningen berekend. Dit laatste gebeurt met een rekenmodel dat flinke tekortkomingen kent; zo gebruikt men een standaard windsnelheidsprofiel van de KNMI meetmast bij Lopik en houdt men geen rekening met het “v.d.Berg-effect” bij hoge molens.
Controle is dus alleen achteraf mogelijk. De gemeente moet gewoon tot het eind van het jaar wachten tot zij de gegevens van fabrikant en exploitant heeft gekregen en de voorgeschreven gebrekkige sommen zal kunnen maken. Nergens in Europa wordt zo’n onhandige en ondoorzichtige gemiddelde norm gehanteerd.
Op deze wijze is handhaving van de norm in feite een wassen neus en komt de rechtspositie van de omwonenden direct in het geding. Er bestaat immers geen enkel moment waarop het geluid bij een woning aan een bepaalde waarde moet voldoen. Een geluidsmeting, hoe hoog ook, kan dan ook nooit tot de conclusie leiden dat de norm wordt overschreden. Iedere relatie met een door bewoners ervaren, of zelfs meetbare geluidsbelasting ontbreekt, wat tot grote rechtsonzekerheid leidt.
Het enige instrument dat de gemeente ter beschikking staat is controle of de opgave van de fabrikant juist is. Dat kan nodig zijn al was het maar omdat windturbines aan slijtage onderhevig zijn en zoals de ervaring leert in de loop van de tijd meer lawaai gaan maken. Daarvoor moet zij het brongeluid van de afzonderlijke turbine bij verschillende windsnelheden meten, waarbij andere turbines in de buurt worden stilgezet. Maar dit is een kostbare aangelegenheid, zowel voor gemeente als exploitant. Omwonenden van het windpark Noordoostpolder, die ernstige overlast van de turbines ondervinden, constateerden dat de ene Enercon-turbine meer lawaai maakt dan de andere, een aanwijzing dat er iets mis is met het brongeluid want ze zijn alle van hetzelfde type. De turbines vertoonden ook andere gebreken waardoor ze een half jaar stil stonden. De omwonenden vroegen de gemeente om controle en handhaving van de regels, maar die verklaarde daartoe niet in staat te zijn.
De omwonenden richtten zich vervolgens tot de bestuursrechter wat een zeer teleurstellende uitspraak opleverde. De rechter stelde dat de waarneming van het afwijkende geluid “subjectief” is. Medewerkers van de exploitant Agrowind waren ter plekke geweest en hadden het afwijkende geluid niet waargenomen en bij de omgevingsdienst hoorde de ene medewerker verschil en anderen niet. De rechtbank was van oordeel dat de subjectieve waarneming van omwonenden geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van het door de fabrikant opgegeven bronvermogen. Maar hoe kom je dan aan een objectieve waarneming? Dat betekent natuurlijk meten! Omwonenden moeten dus eerst metingen leveren, metingen die voor de gemeente kennelijk te moeilijk zijn. Met die metingen in de hand kunnen zij dan de gemeente verzoeken metingen te laten doen. Kafka is er niets bij.
Met deze rechterlijke uitspraak lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de nieuwe geluidsnorm zelden of nooit tot meting zal leiden. En dus ook niet tot handhaving, want de berekeningen zullen altijd uitwijzen dat aan de jaargemiddeldenorm wordt voldaan, dat stond immers bij voorbaat al vast.
Deze uitspraak onderstreept nog eens de volledige mislukking van de Lden/Lnight norm voor windturbines, omwonenden zijn machteloos overgeleverd aan de welwillendheid van de exploitant om zich aan de norm te houden. Als we omwonenden willen beschermen tegen geluidsoverlast van windturbines, dan is een gewoon meetbare immissienorm voor de gevel van woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen onmisbaar voor een adequate handhaving van geluidvoorschriften.
Fred Jansen, 6 december 2016.