In toenemende mate gebruikt men kunstgrepen, mitigerende maatregelen genoemd, als maatwerk om te bereiken dat windturbines nog net aan de geluidsnormen zullen voldoen. Volgens de Raad van State is dit in strijd met de regels.

Bij plannen voor windturbines probeert men de ruimte die de geluidsnormen bieden doorgaans tot het uiterste te benutten. Het streven is begrijpelijk, want zo haal je de hoogste opbrengst. Men zoekt dus de grenzen op, en vaak gaat men daar zelfs overheen. Er zijn dan kunstgrepen nodig om toch aan de normen te voldoen: de zogenaamde mitigerende (letterlijk verzachtende) maatregelen.
Men past dan bijvoorbeeld een “noise mode” toe, een instelling waarbij de turbine minder lawaai maakt maar ook minder stroom opbrengt. Zonder mitigerende maatregelen was het windpark Noordoostpolder niet mogelijk geweest.
Of men zet de turbine een tijdje stil. De in Nederland gebruikte norm, 47 dB Lden, is immers een gemiddelde waarde, en zo kan de exploitant zorgen dat hij er precies aan voldoet. Omwonenden moeten dan een groot deel van de tijd teveel geluid accepteren die in de resterende tijd door stilstand wordt weggewerkt. Dit is de gebruikelijke gang van zaken bij het testpark van het ECN in de Wieringermeer.
Zulke mitigerende maatregelen worden gewoonlijk in de vorm van een maatwerkvoorschrift geformuleerd. De Raad van State vindt echter dat maatwerkvoorschriften niet de methode mogen voorschrijven om aan de norm te kunnen voldoen. Een maatwerkvoorschrift is namelijk een doelvoorschrift, dat bijvoorbeeld wel kan voorschrijven dat het maximale geluidsniveau niet meer dan 40 dB Lden mag zijn, maar als middelvoorschrift niet toelaatbaar is. En, zo redeneert de Raad van State, als je niet kunt waarborgen dat de turbines binnen de wettelijke norm zullen blijven, kun je geen planologische medewerking aan de turbines verlenen. (Zie de uitspraak Prinsenbeek van 23 september jl., overweging 17.6.)
Windturbines moeten dus zo gekozen worden dat ze zonder kunstgrepen aan de geluidsnormen voldoen. Ze mogen de normen überhaupt niet kùnnen overschrijden.
Fred Jansen, 4 oktober 2015.