De Rechtbank Alkmaar bepaalt dat voor windturbines die onder de oude, scherpe geluidsregels vielen het overgangsrecht moet worden toegepast. In die gevallen waar de oude geluidsnormen van voor 1 januari 2011 worden overschreden maar de nieuwe versoepelde normen niet, gelden nog drie jaar de oude voorschiften. Deze termijn geeft het bevoegd gezag drie jaar de tijd om te onderzoeken of maatwerk nodig is, m.a.w. of er een lagere norm nodig is dan de hoge norm die sinds twee jaar voor heel Nederland geldt.

De uitspraak van 7 maart jl. betreft een solitaire turbine in Sint Maartensbrug (gemeente Schagen, tot voor kort gemeente Zijpe), waarvan de eigenaar al zes-en-een-half jaar de geluidsvoorschriften overtreedt. De gemeente is hiertegen nooit opgetreden, sinds twee jaar met het argument dat de turbine nu wel aan de nieuwe geluidsregels voldoet. Het overgangsrecht werd om onduidelijke redenen genegeerd. Echter, de rechter heeft hieraan een eind gemaakt. Gemeentes zijn dus verplicht om handhavend op te treden als niet aan de vergunningen van voor 1 januari 2011 wordt voldaan.

Na de overgangsperiode is maatwerk mogelijk. Ook hierover heeft de Rechtbank zich uitgesproken. Zie Laag omgevingsgeluid verplicht tot aanpassing geluidsnormen.

Fred Jansen, 9 maart 2013.