Windturbines mogen 3x zoveel geluidshinder veroorzaken als snelwegen.

Het NKPW heeft samen met 84 groeperingen, bij elkaar 12 duizend verontruste Nederlanders vertegenwoordigend, een BRIEF gestuurd aan de politieke partijen waarin wij oproepen om een eind aan te maken aan de verdwenen rechtsbescherming tegen windmolens, en de onvolledige tot onjuiste informatie van de Rijksoverheid op het gebied van windenergie.

 

PERSBERICHT NKPW
22 augustus 2012

Sinds vorig jaar wordt het platteland geconfronteerd met een lawine aan plannen voor vaak zeer grote windturbineparken. De belemmeringen daartegen zijn met behulp van verruimde geluidsnormen, de Crisis- en herstelwet en de Rijkscoördinatieregeling tot een onaanvaardbaar minimum teruggebracht, waardoor de rechtsbescherming tegen windmolenplannen in feite een wassen neus is geworden. Van een deugdelijke afweging van belangen, op basis van goed onderzoek naar alle relevante gegevens is geen sprake meer.

Om de noodzakelijke wetten en regels door de Tweede Kamer te loodsen werd gebruik gemaakt van onjuiste en onvolledige informatie. Zo zou hinder door windturbinegeluid aan dezelfde eisen voldoen als verkeershinder. Feit is echter dat windmolens nu overal, ook in stiltegebieden, drie maal zoveel hinder mogen veroorzaken als snelwegen. Verder zouden de nieuwe geluidsnormen die sinds 1 januari 2011 van kracht zijn, beleidsneutraal worden ingevoerd. Feit is echter dat bijvoorbeeld het windturbinepark Urk/Noordoostpolder onder de oude geluidsregels niet mogelijk zou zijn. Het Rijksinpassingsplan en de bijbehorende besluiten voor dit windpark zijn dan ook niet zonder reden pas op 6 januari 2011 in de Staatscourant gepubliceerd. Dit modebeeld werd eveneens gevolgd in Houten, waar het college de overeenkomst met energieleverancier Eneco tekende op de dag dat dezelfde minister haar handtekening onder de nieuwe geluidsnormen zette. Milieuregels en -wetten worden dus aangepast om mogelijk te maken wat eerst niet kon, ten koste van de duurzaamheid van de leefomgeving.

Over de werkelijke netto opbrengst van windturbines bestaan alarmerende gegevens uit het buitenland – VS, Ierland (onderzoek van Dr. Fred Udo) – die laten zien dat de gas- en kolencentrales aanzienlijk minder efficiënt gaan werken als ze de onregelmatige stroom uit windmolens moeten opvangen. Ze moeten dan zelf ook onregelmatiger gaan draaien, wat extra brandstof kost. Dit brandstofverlies kan zelfs zo hoog oplopen, dat daarmee de hele opbrengst aan windstroom wordt tenietgedaan of zelfs negatief wordt. Praktijkgegevens waaruit kan blijken hoe dit verschijnsel in ons land uitpakt zijn bedrijfsgeheim. Minister Verhagen antwoordde de Kamer desgevraagd dat hij het niet nodig vindt deze gegevens op te vragen, hij weet immers al hoe het zit.

In een brief aan de (toekomstige) Tweede Kamerleden roept het NKPW namens haar achterban van 12.000 bezorgde Nederlanders die geconfronteerd worden met het verdwijnen van de rechtsbescherming tegen windmolenplannen en in 85 groeperingen verenigd zijn, de politieke partijen op om een eind aan te maken aan de toenemende rechteloosheid, en

  1. windturbines uit het regiem van de Crisis- en herstelwet en de toekomstige Omgevings-wet te halen,
  2. de toepassingsmogelijkheid van de Rijkscoördinatieregeling tot het uiterst noodzakelijke te beperken,
  3. de Algemene Maatregel van Bestuur met de nieuwe geluidregels in te trekken dan wel deze drastisch aanpassen,
  4. onafhankelijkheid van de rechtspraak van de Raad van State tot stand te brengen, en
  5. de informatieverstrekking van de Rijksoverheid aan een onafhankelijke milieuaccountancy toets te onderwerpen.

Bijlage:Brief en Notitie van 85 verontruste groeperingen aan Kamerleden, Partijleiders en Partijbesturen.