“Er komen géén windmolens op land bij. Wij kiezen voor windmolens op zee en niet op land.”, zo staat te lezen in het ontwerp coalitieaccoord voor de provincie Noord-Holland.

Dit betekent een forse trendbreuk met de visie van het vorige provinciebestuur, dat er naar streefde om de 300 MW die nu in de provincie staan uit te breiden naar 430 MW in 2012, en 1100 MW in 2025. Vlak voor de statenverkiezingen heeft er nog een discussie over windenergie in de staten plaatsgevonden, waarbij het NKPW zijn zienswijze heeft ingebracht.

Er komt geen toename van het aantal windmolens op land. Voorts is het uitgangspunt dat opschaling naar een grotere molen gepaard gaat met het weghalen van een aantal kleinere molens met een evenredig vermogen. De komst van een grotere molen mag geen negatieve gevolgen hebben voor de omgeving en de volksgezondheid. De kandidaat gedeputeerden kiezen voor windmolenparken op zee vanwege de grote economische kansen voor de Kop van Noord-Holland.

Het nieuwe college zet in op innovatieve vormen van duurzame energie en richt mede daarom een Energy Board op.

Bron: website Provincie Noord-Holland, 11 april 2011

Rapport Coalitieaccoord [pdf, 39 pgs]