Shell vindt de miljardensubsidie van de Nederlandse overheid voor twee windmolenparken op de Noordzee onverstandig.

Volgens bestuursvoorzitter Peter Voser van de oliemaatschappij is de aanleg van de parken tientallen keren duurder dan van een moderne gasgestookte centrale van gelijke omvang. 

‘Deze twee parken hebben een gezamenlijke capaciteit van 600 megawatt’, aldus Voser. ‘Maar gezien de schommelingen in de productie komt dat feitelijk neer op dezelfde hoeveelheid elektriciteit als een moderne gasgestookte elektriciteitscentrale van 200 megawatt. Die kost euro 280 mln.’ 

Windenergiesubsidie

De windenergiesubsidie van maximaal euro 4,4 mrd is toegekend aan het Duitse bedrijf Bard. Er lopen nog bezwaarprocedures van de nutsbedrijven Eneco en Nuon, die stellen dat de Duitsers het geld dat naast de subsidie nodig is voor de bouw onmogelijk bij elkaar kunnen brengen.

Eneco en Nuon hopen zelf alsnog in aanmerking te komen voor subsidie. Shell betwijfelt echter of de subsidie überhaupt wel zinvol is.

Het energieconcern is zelf deeleigenaar en -exploitant van het eerste Nederlandse windmolenpark op de Noordzee, voor de kust bij Egmond aan Zee. Voor Voser heeft het project aangetoond dat het onmogelijk is om een windenergiepark in zee aan te leggen zonder overheidssteun. ‘Misschien is dat iets om in gedachten te houden’ bij de plannen voor miljardensubsidies, oppert Voser.  

‘Gas beter voor Nederland dan kolen’

Shell heeft al eerder gezegd niet in nieuwe windparken op zee te investeren.

Tegelijk vindt ook de gerichtheid van Nederland op kolencentrales weinig genade bij Shell. Volgens Voser kan Nederland zich beter op gas en gasgestookte elektriciteitscentrales richten. Dat sluit aan bij het idee van Nederland als ‘gasrotonde’, het plan om als centrale distributieplek voor aardgas in Europa te fungeren en zo een belangrijke strategische rol in de Europese energiesector te blijven vervullen. Voser: ‘Dat verlangt dat de investeringen in gastransport-, logistiek en -technologie op een hoog niveau blijven.’ 

Gevolgen CO2-uitstoot

De topman waarschuwt daarnaast voor de gevolgen van de CO2-uitstoot bij het gebruik van kolencentrales voor energieopwekking. Moderne gasgestookte centrales stoten volgens Voser de helft minder van het broeikasgas CO2 uit dan de kolengestookte centrales die op dit moment in Nederland worden gebouwd. 

Vergeleken met oude kolengestookte centrales elders in de wereld – er zijn er nog honderden in Europa, Amerika en China en een paar in Nederland – stoten nieuwe gascentrales zelfs 70% minder CO2 uit. ‘Inzetten op gascentrales in plaats van op kolencentrales is voor de meeste landen de goedkoopste, zekerste en snelste manier om de CO2-uitstoot te beperken’, aldus de Shell-bestuursvoorzitter.

Voser zette in zijn toespraak uiteen wat een van de voornaamste problemen is met de kolencentrales die de komende jaren in Nederland op stoom komen: de elektriciteit wordt voor een groot deel geëxporteerd naar andere EU-landen, maar de CO2-uitstoot komt op het conto van Nederland te staan.

 

Onconventioneel gas

Eén pluspunt van kolencentrales ziet Voser wel: kolencentrales kunnen deels ook op biobrandstoffen draaien, en Rotterdam is hiervoor een van de beste locaties, bezien vanuit het oogpunt van logistiek.

Toch heeft Nederland volgens de Zwitserse Shell-voorman veel meer aan gas, ook de winning ervan. Hij ziet veel potentie in gas dat in gesteentes ligt opgeslagen, zogeheten onconventioneel gas. Een veelbelovende steenformatie loopt langs de Belgisch-Nederlandse grens. ‘Het is verwonderlijk als je naar een atlas kijkt met seismische informatie. Het lijkt wel of Willem van Oranje en zijn nazaten toen zij de Spanjaarden verjoegen de eerste geologen ter wereld waren, slechts vermomd als prinsen.’  

Het Financieele Dagblad, 2 november 2010