In antwoord op de brief van 85 groeperingen legt Diederik Samson de verantwoordelijkheid voor het nationale windenergiebeleid neer bij de lagere overheden. Pikant detail is dat hij als Kamerlid de drijvende kracht was achter de introductie van de nieuwe geluidsregels en daarbij blind zei te varen op de informatie van de betrokken ministers Cramer en Huizinga, informatie die nu niet juist blijkt te zijn.

 

Hieronder geven wij de reactie van de PvdA en ons antwoord aan Diederik Samsom en de PvdA fractie weer.

 

————————————————

 

Van: PvdA aan NKPW
Verzonden: maandag 10 september 2012 10:46
Onderwerp: Rechtsbescherming van de burger in het ruimtelijk domein.

 

Geachte heer Jansen,

 

Hartelijk dank voor uw bericht aan Diederik Samsom. Gezien de grote hoeveelheid e-mails die Diederik Samsom dagelijks ontvangt, lukt het hem niet om persoonlijk te reageren. Hij heeft mij daarom gevraagd uw e-mail te beantwoorden.

 

De door u gemaakte opmerkingen vallen vooral met name onder lokaal (provinciaal) beleid. Desalniettemin zal ik uw opmerkingen onder de aandacht van de fractie en de betrokken woordvoerders brengen.

 

Zij kunnen met alle informatie hun voordeel doen.

 

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

 

Met vriendelijke groet,

 

Afdeling Voorlichting PvdA
Plein 2 | Postbus 20018 | 2500 EA Den Haag
Partij van de Arbeid | http://www.pvda.nl

 

————————————————

 

Van: Fred Jansen, NKPW, aan Diederik Samsom en Tweede Kamerfractie PvdA
Verzonden: maandag 10 september 2012 13:32
Onderwerp: Rechtsbescherming van de burger in het ruimtelijk domein.

 

Geachte heer Samsom,

 

Hartelijk dank voor uw antwoord op onze brief. Het stelt ons teleur dat u de verantwoordelijkheid voor het windenergiebeleid geheel bij de provincies legt, die ons moeten vertellen waar de windmolens gaan komen. Het is immers de Rijksoverheid die de 6000 MW op land als doel heeft geformuleerd en het is het Rijk dat de milieuvoorwaarden stelt. Van de Rijksoverheid mag dan ook verwacht worden dat zij bij het stellen van haar doelen en het formuleren van de voorwaarden zich rekenschap geeft van alle feitelijke informatie die voorhanden is.

 

In onze brief reiken wij u belangrijke informatie aan die ons inziens op harde feiten berust. Ten eerste menen wij dat het niet meer te ontkennen valt dat de nieuwe geluidsregels voor windmolens die op 1 januari 2011 in werking zijn getreden een ernstige versoepeling van de voor die tijd bestaande norm inhouden. De Kamer heeft de regels geaccepteerd omdat de Minister zei dat ze beleidsneutraal waren opgesteld. Uzelf hebt daar minister Huizinga nadrukkelijk naar gevraagd, en uzelf hebt uw steun voor de regels van haar antwoord af laten hangen met de woorden: ”In dit huis geloven wij de minister op haar woord en dat doe ik dus ook”. *). Nu blijkt dat de Minister de Kamer onjuist heeft ingelicht, zouden wij van u verwachten dat u zich alsnog van de effecten van de nieuwe regels op de hoogte stelt.

 

Het tweede feit betreft de ervaringen in de VS en Ierland die laten zien dat de netto bijdrage van windmolens aan de energievoorziening aanzienlijk lager kan zijn dan waar onze Minister van uitgaat. De Minister acht het echter niet nodig om zijn visie aan praktijkgegevens te toetsen, maar blijft volledig op modelberekeningen vertrouwen. Ik kom uit het klimaatonderzoek, en weet met vele anderen dat een modelwetenschapper blij is met ieder feit waarmee hij zijn model op de pijnbank kan leggen. Wij zouden dat van de Minister ook verwachten.

 

Bij een verantwoord energiebeleid hoort een zorgvuldige inventarisatie van alle feiten, zonder dat is een verantwoorde afweging van alle belangen niet mogelijk. Enerzijds is het milieu gebaat is bij duurzame energie, anderzijds brengen windmolens forse schade toe aan het milieu en de leefomgeving. Daartussen moet naar een verstandige balans gezocht worden. Met de feiten die wij aandragen kon de balans wel eens heel anders uitpakken dan het Rijk ons nu voorhoudt. De debetzijde – de netto energieopbrengst – zou wel eens veel lager kunnen zijn dan men denkt, en de creditzijde – de schade aan milieu en leefomgeving – veel ernstiger dan wordt voorgesteld.

 

Wij verwachten van u en uw partij dat u nieuwe informatie au sérieux neemt en onderzoekt. Wij verwachten van u en uw partij dat zulke forse, in de kern ondemocratische instrumenten als opname van windmolens in de Crisis- en herstelwet en Rijkscoördinatieregeling niet zonder deugdelijke feiten geaccepteerd worden. Wij verwachten van u en uw partij dat u geen genoegen neemt met veronderstellingen, maar een grondige wetenschappelijke onderbouwing verlangt. Wij vragen u en uw partij dan ook met klem om naar de harde feiten te vragen die voor de keuzes met betrekking tot wind-op-land van doorslaggevend belang zijn.

 

Met vriendelijke groet,
Fred Jansen, voorzitter NKPW.

 

*) Algemeen Overleg van de vaste Kamercommissie van VROM en EZ van 15 september 2010. Het aangehaalde citaat van Samsom is te vinden, ca. 2 pagina’s vóór het einde van de tekst.