Sinds de kredietcrisis klinkt kritiek op megalomane bouwprojecten luider. Een verticale stad van 262m hoog in het hart van Leidsche Rijn is afgeblazen, tot tevredenheid van Minister Cramer. Waarom wordt het milieu bij Urk dan wel door haar geslachtofferd aan de windindustrie? vraagt Bockma zich af.

 

de Volkskrant, 29 januari 2010

 

Voor een nkpw-lid vormde deze column aanleiding tot het volgende ingezonden stuk aan de Volkskrantredactie:

 

>> Belle bij Urk.

Heel juist en treffend de vergelijking van Bockma in de krant van zaterdag tussen de Belle van Zuylen-toren bij Utrecht en de windturbines bij Urk.

Maar de windturbines bij Urk worden ook nog eens met publieke middelen gefinancierd. Minister van der Hoeven verleent immers ca. één miljard euro aan rijkssteun. Daarvoor zullen de turbines 15 jaar 0,1% van onze energie leveren. Zondermeer gering en van geen betekenis, ook niet voor het terugdringen van de CO2. Zinloos beleid derhalve waarmee het landschap aan symboliek wordt opgeofferd. Eén miljard euro weg zonder dat wij een stap dichter komen bij een echte duurzame oplossing voor ons energievraagstuk.

Waarom projecteren de ministers Cramer en van der Hoeven dan toch hun windpark langs de kust van de Noordoostpolder, bij Urk en nota bene in een Natura 2000-gebied? De verklaring ligt in het fanatieke drijven van het pvda-kamerlid Samsom -zie ook Martin Sommer in de krant van zaterdag- , die ‘wind op land’ doordrukt.

In zijn kielzog naast minister Cramer de behartiger van het boerenbelang cda-kamerlid Koopmans en minister van der Hoeven. De laatste helpt met de genoemde één miljard steun vooral de economie van de landbouwsector in de Noordoostpolder.

De einduitkomst van dit alles; méér inkomen voor de boer, landschap en milieu voor goed verdwenen en de technologische innovatie waar wij het voor de toekomst vooral van moeten hebben, komt door geldgebrek niet van de grond. Het windpark is dus het tegendeel van een goed en evenwichtig plan.

<<

Het werd niet geplaatst.