Op het symposium ‘Wind op land’ op 7 juli 2009 presenteerde mevr. Cramer het plan om nog in deze regeringsperiode het windvermogen op land met een extra 2000 MW méér dan te verdubbelen, en in de komende 10 jaren te verviervoudigen tot een vermogen 6000 MW.

 

Voorts deelde mevr. Cramer mee – voor een publiek samengesteld uit de koepelorganisaties VNG, IPO en LTO Nederland, natuur- en milieuorganisaties en de koepelorganisaties in de windenergiesector ODE en NWEA – speciaal voor windturbines de geluidnormen te zullen versoepelen. Daarom brengt zij een Algemene Maatregel van bestuur tot wijziging van het zogenoemde Activiteitenbesluit in procedure, waarmee een aparte norm voor windturbines wordt geïntroduceerd, namelijk 47 dB(A) in de Lden methodiek.

 

 

Dit betekent een aanzienlijke verruiming van de geluidnorm met name voor de avond- en nachtsituatie. Dit terwijl na het antwoord van de minister op vragen van Paulus Jansen van de SP men juist anders had mogen verwachten. Hoewel de Minister erkent dat geluid van windmolens tot meer hinder leidt dan evenveel geluid uit andere bronnen, verruimt zij toch speciaal voor windmolens de normen. Vervuld van het plan en van het opheffen van de ‘procedurele en contractuele beperkingen’, slaat mevr. Cramer tevens de gevolgen voor de ruimtelijke kwaliteit in de wind. “Onze rol als rijk, is ook hier ruimte te creëren om de kansen voor windenergie te pakken. We zetten ons dus in om procedurele en contractuele beperkingen weg te nemen om op de waterkering zo spoedig mogelijk turbines te plaatsen.” aldus mevr. Cramer.

 

 

Volgens haar redenering is de bestaande geluidnorm een sta in de weg, die aangepast moet worden aan de eisen van het plan. Met de versoepeling van de normen wil mevr. Cramer vooral de snelle realisatie van wat zij noemt de bestaande ‘pijplijnprojecten’ bevorderen. Het gaat dan om individuele kleine windmolenprojecten verspreid over het land die het niet blijken te halen in de normale procedure. Waarom ze het niet halen ligt voor de hand. Dat komt omdat de milieu- en ruimtelijke kwaliteit van deze projecten vaak tekort schiet. Dan maar de normen versoepelen en de bescherming van omwonenden opheffen is een noodgreep, die een minister van Milieu niet netjes staat.

 

Dr. Fred Jansen, voorzitter NKPW