Oud-burgemeester S. Veninga van Urk dringt er bij minister Van der Hoeven (Economische Zaken) op aan af te zien van de bouw van een megawindmolenpark bij het vissersdorp.

De voormalige burgemeester schrijft dat in een open brief, die maandag is gepubliceerd in de lokale krant Het Urkerland. De oud-burgemeester noemt het voornemen om vlakbij Urk een groot windmolenpark te bouwen een „onzalig” plan.

 

In zijn brief memoreert Veninga het monument voor de vissersvrouw. Dat uit steen gebeitelde vrouw staat vlak bij het Kerkje aan de Zee. Ze ’kijkt’ uit over het IJsselmeer. Om het beeld staan in zwarte platen de namen van op zee omgekomen vissers. Jaarlijks worden bij het monument de vissers herdacht. Onder meer zingt een van de Urker koren.

 

De oud-burgemeester schrijft dat hij zich gedurende zijn 10-jarige ambtstermijn op Urk „zeer sterk” verbonden voelde met deze cultuur.

 

Het uitzicht op de bekende Urker plek zal aangetast worden door de komst van hoge windmolens, betoogt Veninga. „U moet het de gemeenschap van Urk toch niet aandoen dat bij één der volgende herdenkingen van de omgekomen vissers grote molens van 100 meter en hoger boven de rouwenden en de koorleden uit, de emotie verstoren en de aandacht afleiden?”

Op Urk probeert het comité Urk Briest de komst van het windmolenpark tegen te houden. Minister Van der Hoeven komt binnenkort naar Urk, waar ze in gesprek zal gaan over het project.

 

Reformatorisch Dagblad, 31 maart 2009