De hoogste rechter in bestuurszaken, de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, heeft in enkele recente uitspraken de mogelijkheid voor rechtspersonen om te procederen beperkt. Voor rechtspersonen die zich alleen of vooral bezighouden met juridische procedures is het voortaan oppassen geblazen.

 

Ons land kent tal van ideële rechtspersonen. Zo zijn er veel stichtingen en verenigingen die zich de bescherming van natuur, milieu en/of landschap ten doel stellen. Tot nu toe was de lijn in de rechtspraak dat zulke rechtspersonen ontvankelijk waren in hun beroep, als een besluit van de overheid hen raakte in een belang dat de rechtspersoon blijkens zijn statuten in het bijzonder behartigde. Een stichting die zich ten doel stelt om het open landschap te behouden was dus al snel ontvankelijk als zij procedeerde tegen een windturbinepark dat nu juist afbreuk zou doen aan dat open landschap. Maar de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in enkele recente uitspraken op dit punt een wat strengere koers uitgezet (de uitspraken zijn gepubliceerd in het jurisprudentietijdschrift Administratiefrechtelijke beslissingen 2008, afl. 44, 29 november 2008, nrs. 348 t/m 351; de uitspraken kunt u ook op www.rechtspraak.nl nalezen onder de LJN nummers: BF3911, BF8953 en BG1156).

 

 

De koerswijziging van de Afdeling houdt kort gezegd in dat rechtspersonen wier activiteit uitsluitend bestaat uit het procederen tegen hen onwelgevallige besluiten, niet langer ontvankelijk zijn in bezwaar en beroep. De Afdeling baseert haar koerswijziging op art. 1:2, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Daarin is bepaald dat rechtspersonen belanghebbende zijn (en dus ontvankelijk in bezwaar en beroep) als zij opkomen voor een belang dat zij (1) krachtens hun statutaire doelstellingen en (2) blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

 

 

Tot voor kort was deze laatste eis in het omgevingsrecht min of meer een dode letter. Dat de Afdeling nu wel serieus onderzoekt of de rechtspersoon in kwestie meer doet dan alleen maar procederen, komt doordat tot enige tijd geleden ‘een ieder’ mocht procederen in omgevingsrechtelijke geschillen. Men hoefde dus geen belanghebbende te zijn. Deze zogeheten actio popularis is afgeschaft. Voortaan kunnen alleen nog belanghebbenden procederen. De consequentie daarvan moet volgens de Raad van State zijn dat rechtspersonen die zich uitsluitend toeleggen op het voeren van procedures, niet langer als belanghebbende mogen worden aangemerkt. Anders zou men immers, ook al is men persoonlijk niet belanghebbende, simpelweg een stichting kunnen oprichten om alsnog te kunnen procederen. Via deze achterdeur zou men dan als het ware de actio popularis weer binnenhalen.

 

 

Naar het zich laat aanzien betekent de koerswijziging van de Afdeling niet dat alle rechtspersonen die zich alleen maar bezighouden met procederen, niet langer ontvankelijk zijn. In een van de uitspraken, die over de Stichting Openbare Ruimte, een organisatie die vanuit Amsterdam overal in Nederland procedeert tegen milieuvergunningen voor de intensieve veehouderij, overweegt de Afdeling dat een rechtspersoon die in feite een groep individuele omwonenden verenigt die anders ieder voor zich zouden kunnen procederen, wel ontvankelijk kan zijn. Om die reden mag worden verwacht dat lokale groeperingen die zich verzetten tegen de bouw van een windpark en waarin omwonenden zich verenigd hebben, ook in de toekomst mogen procederen. Dit is ook niet verwonderlijk. De rechter heeft liever te maken met één rechtspersoon dan met tientallen omwonenden, die ieder voor zich procederen.

 

 

Toch is het altijd verstandig om veiligheidshalve een bezwaarschrift of beroepschrift niet alleen in te dienen namens een rechtspersoon, maar ook namens een of enkele omwonenden. Als de rechtspersoon dan niet ontvankelijk wordt verklaard (bijvoorbeeld wegens te algemene of te vage statutaire doeleinden), dan kan op naam van de omwonende(n) toch worden doorgeprocedeerd. Alleen zo is werkelijk verzekerd dat de rechter toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep.

 

 

Jan Veltman (advocaat bij Wijnberg Advocaten te Groningen,

email: veltman@wijnbergadvocaten.nl)

Januari 2009

</font /></font /></span />