LJN: BG4693, Raad van State, zaaknummer 200700614/1, uitspraak: 19-11-2008

 

Windturbines Oostvlietpolder, gemeente Leiden

 

 

 

 

Samenvatting

 

 

De raad van de gemeente Leiden heeft het bestemmingsplan ‘Oostvlietpolder’ vastgesteld. Na meerdere procedurele ronden wordt het plan opnieuw goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.

Daartegen komen vele groeperingen tegen even zo vele onderdelen in beroep bij de RvS, waaronder de ‘Vereniging bewoners Vrouwenweg en recreatiecentrum Vlietland’. Deze ‘Vereniging’ acht  het oprichten van twee windturbines met een hoogte van 115 meter</metricconverter /> onaanvaardbaar.

Het college van B&W Leiden wil namelijk vrijstelling verlenen van het plan ten behoeve de plaatsing van de twee genoemde windturbines.

 

 

De RvS oordeelt  alle beroepsgronden ongegrond, behalve het beroep van de ‘Vereniging’.

Allereerst vermeldt de RvS dat bij een bestemmingsplan kan worden bepaald dat vrijstelling kan worden verleend van voorschriften in het plan.

Maar daarmee wordt – blijkens de geschiedenis van de totstandkoming van de betrokken wet – alleen maar beoogd om op ondergeschikte onderdelen van het plan af te wijken. De RvS overweegt dat het oprichten van twee turbines met een hoogte van 115 meter</metricconverter /> omvangrijke en ingrijpende gevolgen heeft voor zowel de directe omgeving als daarbuiten. Hierdoor kan geen sprake zijn van een afwijking van het plan op ondergeschikte onderdelen.

 

Het beroep van de ‘Vereniging’ is gegrond.

Het goedkeuringsbesluit wordt op dit punt vernietigd.

 

 

Voor de volledige tekst, zie www.zoeken.rechtspraak.nl

Type dan in: BG4693

 

 

 

 

Woerden, d.d. 24-11-2008

Roeland van Rooij