LJN: AZ6426, Raad van State, zaaknummer 200603572/1, datum uitspraak: 17-01-2007

 

Breda

 

Samenvatting

 

B&W van Breda hebben vrijstelling bouwvergunning verleend voor het oprichten van twee windturbines op een perceel te Breda. Daartegen maken bewoners uit Breda bezwaar. Onder meer voeren zij aan dat de Ruimtelijke Onderbouwing die onderdeel uitmaakt van de vrijstellingsprocedure ondeugdelijk is.

De rechtbank is van oordeel dat de RO ondeugdelijk is.

Maar de bewoners willen meer.

Bij de RvS persisteren zij onder meer met het volgende dat bij de rechtbank onbesproken is gebleven:

  1. Het bouwplan is in strijd met redelijke eisen van welstand;
  2. Er wordt niet voldaan aan de geluidsnorm Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer (Besluit);
  3. Er is geen inschatting gemaakt van de hoogte van planschadevergoeding.

 

De RvS verwerpt deze beroepen met de volgende motivering:

  1. Er is een advies van de Welstandscommissie. De Bewoners hebben dit advies niet gemotiveerd bestreden door overlegging van een tegenadvies.
  2. De geluidsnorm komt pas aan de orde bij de meldingsprocedure Besluit. Hier is slechts aan de orde de vraag of aanleiding bestaat voor het oordeel dat ernstig moet worden betwijfeld of kan worden voldaan aan de geluidsnormen van het Besluit Volgens een overlegd onderzoek worden deze normen niet overschreden.

Het overlegde rapport van de RUG ‘Hoge molens vangen veel wind’mag ook niet baten. De RvS merkt op dat dit rapport niet aantoont dat niet kan worden voldaan aan de normen van het Besluit.

  1.   Inschatting van planschadevergoeding acht de RvS niet aan de orde. Voor het vaststellen van       planschade voorziet art 49 WRO in een afzonderlijke procedure.

 

Voor de volledige tekst van de uitspraak: www.rechtspraak.nl

Type dan bij vakje LJN in: AZ6426

 

Roeland van Rooij, 18-02-2007