In de buurt van de Oosterscheldekering is begonnen met het vervangen van een paar kleine windmolens door een groot park met reusachtige turbines. Vooral Zeeuws Landschap maakt zich ernstige zorgen over de invloed van dit geldverslindende project. Hierna een schets van de ontstaansgeschiedenis en de stappen die zijn ondernomen om de start van het project te remmen.

 

Op 29 november 2004 is het plan voor Windpark Oosterscheldekering voorgesteld door landschapsarchitecten Bosch Slabbers in opdracht van de Provincie Zeeland. Hun onderzoekingen over de opstelling leidde tot de variant Vierkant met een opstelling van 16 windturbines in 4 vierkanten: 3 vierkanten op Neeltje Jans en 1 vierkant op de Roggenplaat. De voorkeur ging uit naar een lijnopstelling, hetgeen echter in strijd bleek met de Europese Vogelrichtlijn rond de vogeltrek. Waarom de opstelling Vierkant wel voldoet aan de Europese regelgeving is door dit architectenbureau niet nader verklaard. Vooral Het Zeeuws Landschap maakt zich zorgen om de belangen van de vogels en heeft de Provincie aangeraden een MER uit te voeren. De Provincie heeft dit toegezegd, maar is desondanks met de bouw van de turbines begonnen, zodat pas achteraf beoordeeld kan worden of turbines schadelijk voor vogels zijn geweest.

 

Naast de 16 turbines op de Oosterscheldekering zijn 8 molens gepland op Noord-Beveland; 3 bij de Jacobahaven en 5 in de Jacoba-Rippolder. In totaal dus een industrieterrein bestaand uit 24 turbines met de gigantische hoogte van 125 meter. Het gaat hier om vervanging van kleine turbines van in totaal 8 MW door 72 MW aan grote turbines. Een netto uitbreiding dus van 64 MW.

 

Over de kosten wil de Provincie geen mededelingen doen. De gedeputeerde Suurmond als voorzitter van de stuurgroep windpark Oosterscheldekering zegt in een schrijven aan de gemeenteraadsleden van Veere, Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland:

De netwerk infrastructuur naar dit gebied is met een geraamde postenkost van ongeveer 20 miljoen euro dermate duur dat dit alleen betaalbaar is wanneer alle plannen uitgevoerd worden en de kosten omgeslagen kunnen worden over alle geplande turbines.

 

Het totale project omvat 24 turbines als alle deelprojecten doorgang vinden De netaansluiting per turbine bedraagt dan 0.83 miljoen. De maximale investering voor wind op land bedraagt volgens Essent en andere marktpartijen 1300 €/kW, dus 3,9 miljoen per turbine. Hierbij wordt gerekend met max. 10% voor de netaansluiting.Voor bovengenoemde projecten zijn de netaansluitingskosten echter circa het dubbele. De fundatiekosten voor turbines op havendammen en zelfs 2 offshore in havens zullen ongetwijfeld veel hoger zijn dan op vlak terrein. Op grond van deze ramingen kunnen we al spreken van het duurste windmolen project in Nederland.

 

De invloedssfeer van 125 meter hoge windturbines is 7 kilometer. De 24 turbines die van de Roggenplaat tot de Rippolder worden opgesteld zullen het beeld van een groot deel van Zeeland mede bepalen en het landschappelijk karakter van Zeeland vervuilen. Dan te bedenken dat deze ontsiering van het landschap nutteloos is, want de opbrengst is minimaal en staat in geen enkele verhouding tot de kosten: zoals in alle windenergieprojecten worden de opbrengsten gunstiger voorgesteld, maar liefst een capaciteitsfactor van 32,3%, terwijl uit een rapport van het Duitse EON blijkt dat in de praktijk 18% maar net wordt gehaald. Daarbij is geen rekening gehouden met het, sinds 10 jaar, dalende windaanbod, en het feit dat de vier reuzen op de Roggenplaat door allerlei verschuivingen te dicht op elkaar staan, en daardoor elkaar wind afvangen.


Een inwoner van Westenschouwen ( het meest zuidelijke deel van de Kop van Schouwen) heeft reeds enkele jaren geleden geklaagd over het zwiepende geluid van de huidige 12 E33 turbines. Hij woont 2500 meter van de Roggenplaat. Volgens de Handleiding Industrielawaai is de geluidsimmissie bij zijn huis nu 30,1 dB(A). Na vervanging van de 12 E33 turbines door 4 V90 – 3.0 MW zal het geluid maar 28,7 dB(A) bedragen. Zoals bekend gaat de Handleiding Industrielawaai er van uit dat er geen sterk laagfrequent brongeluid optreedt. Maar dat is nu precies waar inwoners van Westenschouwen en zelfs Burgh wel last van ondervinden. Door meerdere inwoners van Westenschouwen en Burgh is verklaard dat je de E33 turbines ( bij Zuidwestenwind) vooral ’s nachts hoort. De afstand van de Roggenplaat tot het zuidelijke deel van Burgh is ruim 3 km. Het tonale geluid wat deze inwoners horen is uiteraard laag frequent geluid ontstaan door het strijken van de rotorbladen langs de mast. Hier is dus een afstand van 1500 meter tot de woonkernen onvoldoende om de overlast weg te nemen. De verklaring hiervoor is dat het laagfrequente geluid eerst ruim 1 km Oosterschelde passeert en daarbij nauwelijks in sterkte afneemt. Vergelijk dit met een misthoorn op zee.

 

Dhr. Lafeber, één van onze NKPW-leden , voert al jaren strijd tegen deze plannen, tot nu toe zonder resultaat.

 

Stappen tot nu toe :

  • Bezwaar tegen het Voorbereidingsbesluit Roggenplaat en Roggenplaathaven. Ingesproken op de Raadsvergaderingen S-D van 30 juni 2005 en 27 oktober 2005.
  • Bezwaarschrift ingediend 8 augustus 2005. Behandeld op 26 september 2005 door de Commissie Bezwaarschriften, niet ontvankelijk verklaard omdat betrokkene geen bezittingen op de Roggenplaat heeft en er 6.5 km vandaan woont.
  • Bedenkingen tegen 3 ontwerpbesluiten van RWS. Ingediend 28 augustus 2005. Deze brief aan RWS vindt je ook bij mijn rapport aan het College van S-D van 2 februari 2006.
  • Diverse emails : E-mail aan voorzitter en fractievoorzitters van Provinciale Staten – 28 februari 2006, aan gemeenteraadsleden van de drie gemeenten, correspondentie met de coördinator windenergie van de provincie. Alleen Groen Links en drie lokale partijen reageren hierop en stemmen tegen de plannen. PvdA en CDA stemmen conform landelijk beleid.
  • Diverse ingezonden stukken in de krant, andere bewoners reageren positief, maar van een gezamenlijke actie is nog geen sprake.
  • Brief aan Provinciale Staten, 23 juni 2006.
  • Oproep Ons Eiland.pdf