De Stichting Landelijk Schoon gaat de strijd aanbinden tegen windmolens, om de eigenheid van het West Friese landschap te bewaren. De colleges van alle gemeenten binnen de West-Friese Omringdijk en aanpalende gemeenten krijgen hier binnenkort een brief over.

 

De brief wordt vergezeld van een korte notitie waarin Landelijk Schoon uiteenzet waarom de strijd tegen de windmolens wordt aangegaan. Volgens de stichting hebben windmolens een negatief effect op de cultuurhistorie van het landschap. Waarbij de milieu- en de landschappelijke kwaliteit in het geding komt. Opschaling van windturbines en het gemak waarmee gemeenten bouwver­gunningen hiervoor afgeven, wordt een slechte zaak gevon­den. Volgens Landelijk Schoon is er namelijk geen opschalings- ­maar een uitsterfbeleid nodig voor windmolenlocaties. Om de zaak ook van onderaf via de politieke partijen in de respectieve­lijke gemeenteraden met succes aan te pakken, moet er meer draagvlak worden gekweekt on­der de bevolking voor introduc­tie van alternatieve energiebron­nen zodat de windmolens niet meer nodig zijn en afgebroken kunnen worden. 
 

Dit alles vanuit het bewustzijn van de stichting dat zij het tot haar zorg rekent om het West-Friese landschap in goede staat te houden, te beheren en te beschermen. Plus de landschappelijke elementen, waarvan lande­lijke en stedelijke horizonten in de Noordkop nog een essentieel onderdeel uitmaken. 
 

Natuurlijk, zo stelt het bestuur van Landelijk Schoon in het verzoekschrift aan de gemeenten om de windenergie te beteugelen, is men zich bewust van de maatschappelijke verant­woordelijkheid die betrokken partijen hebben om een bijdrage te leveren aan de door de over­heid gewenste taakstelling op het gebied van windenergie. Maar de vervuiling van het landschap die dit met zich meebrengt staat niet in verhouding tot de aanzwellende hoeveelheid vraagtekens die geplaatst kun­nen worden bij de omvang en de rentabiliteit van windenergie.
 
Dit heeft al diverse gevolgen. Zo wordt bijvoorbeeld op ge­meentelijk niveau bij locatieprocedures voor plaatsing of upgra­ding van windmolens al in toenemende mate het voorbehoud gemaakt om de uitspraak van de bestuursrechter af te wachten met betrekking tot de vraag of er bij plaatsing van windturbines in de bebouwde kom recht is op verlaging van de WOZ-belasting. Landelijk Schoon adviseert de colleges niet door te gaan op de ingeslagen windweg. Maar het beleid op de verschillende be­stuursniveaus aan te passen.

 

Noordhollands Dagblad, 22 mei 2006