LJN: AO2405, Raad van State, zaaknummer 200304649/1, uitspraak: 28-01-2004

Delfzijl

 

Samenvatting

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (thans de Minister van landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) heeft in 2003 aan ‘Essent, Koop Vastgoed en Siemens’ een vergunning verleend voor het oprichten van een windturbinepark van 34 windturbines in de gemeente Delfzijl.

Stichting Windhoek stelt beroep in bij de RvS.

Stichting Windhoek voert vele argumenten aan tegen de vergunningverlening. Alle argumenten worden ongegrond verklaard.

 

Vanwege de vele argumenten, wordt verwezen naar de uitspraak zelf.

 

Hier volgt alleen een beschouwing van het aspect ‘Geluidslast’.

 

Adviesbureau Alterra heeft berekeningen van de geluidseffecten van de windturbines opgesteld. Stichting Windhoek trekt deze berekeningen in twijfel en verwijst naar de rapportage van de Rijksuniversiteit Groningen van december 2002. Op basis van deze rapportage stelt Stichting Windhoek zich op het standpunt dat vooral gedurende de avond- en nachtperiode een sterke toename van het geluid zal optreden. De Minister is, op grond van het rapport van Alterra, van mening dat de geluidbelasting niet van dien aard is dat van een verstoring van de rust in de staatsmonumenten sprake zal zijn. De Minister is van mening dat de rapportage Groningen geen conclusie m.b.t. de natuurmonumenten bevat.

De RvS is van oordeel dat in dit geschil uitsluitend ter beoordeling staat de vraag of de geluidbelasting op de speciale beschermingszone (het SBZ-gebied) zodanig zal zijn dat sprake is van significante (negatieve) effecten. Vaststaat dat de rapportage Groningen geen conclusies bevat t.a.v. de geluidbelasting t.g.v. het windturbinepark Delfzijl op het SBZ-gebied.

De RvS is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat het windturbinepark een significante invloed zal hebben op het SBZ-gebied.

 

Voor de volledige tekst van de uitspraak: http://zoeken.rechtspraak.nl 

Type dan bij vakje LJN in: AO2405 

 

Roeland van Rooij, d.d. 25-07-2005